Economie, meer biologie dan je denkt

In deze vijfde blog over de relatie tussen de evolutie van de mens en economie gaan we verder waar we de vorige blog gebleven waren. We sloten toen af met twee constateringen. De eerste was dat economie in essentie gaat over hoe mensen omgaan met geld. Ten tweede leek daaruit te volgen dat economie niet met biologie te maken lijkt te hebben. Maar we sloten af met de opmerking dat dit waarschijnlijk anders ligt. Daarvoor is het wel nodig het perspectief te kantelen. Dat doen we in deze blog. Wat Aristoteles ermee van doen heeft?

Gedrag is de sleutel

Het is al eerder langsgekomen, de ontdekking van de landbouw heeft het leven van de jagende en verzamelende mens behoorlijk op zijn kop gezet. Er kwam een einde aan het nomadische bestaan en er ontstond persoonlijk bezit. Als afgeleide daarvan ontstonden onder meer specialisatie, hiërarchie, handel en belastingen. Dit zijn geen nieuwe inzichten, maar onze kijk erop verandert als we dit bezien vanuit een biologisch perspectief. Dan valt direct op dat de introductie van de landbouw ons oude gedrag diepgaand heeft beïnvloed. Ga maar na. Vóór de landbouw lag het accent enkele miljoenen jaren lang op kortdurende monogame relaties, de opvoeding van kinderen in en door de groep, voortdurende belangeloze samenwerking met anderen en eerlijk delen. Op dit gedrag lag selectiedruk als het ging om biologisch succes. Mensen met dat gedrag lagen goed in de groep en hadden goede relaties. Daardoor konden ze overleven en nageslacht krijgen. De landbouw gooide dat roer radicaal om. Daar draait succes in het leven in hoge mate om de vorming en verdediging van persoonlijk bezit van land, gereedschap en opslagruimte. Voor elke landbouwer zijn dit noodzakelijke voorwaarden om te overleven. Maar dat heeft grote consequenties voor het gedrag. Met persoonlijk bezit als grootste drijfveer is het beter als monogame verbintenissen levenslang duren en alleen eigen kinderen deel uitmaken van het gezin. Dat voorkomt bezitsverwatering. Streven naar persoonlijk bezit zorgt er ook onvermijdelijk voor dat mensen zich meer egocentrisch en concurrerend ten opzichte van anderen gaan gedragen. Belangeloos samenwerken en eerlijk delen zijn niet langer sleutels tot succes, maar kunnen gemakkelijk leiden tot uitbuiting door zelfzuchtige mensen, armoede en een marginaal bestaan.

Geld als grote versterker

Kijken we met dezelfde blik naar geld, dan zien we dat geld de invloed van landbouw op ons gedrag niet fundamenteel anders maakt maar het enorm versterkt. Het streven naar bezit is zonder geld tenslotte eindig. In 10 boerderijen kun je niet wonen en meer dan een bepaalde hoeveelheid voedsel kun je niet eten of opslaan. Dat zet een forse rem op de neiging bezit te vergroten. Geld heft die rem op, want van geld heb je, letterlijk, nooit genoeg. Het neemt weinig ruimte in, het bederft niet en je kunt het tegen alles wat je denken kunt ruilen. Genoeg is dan nooit meer genoeg en daar gaan mensen dan naar streven. Daarmee verdwijnen de belangen van anderen alleen wel steeds verder uit beeld. Andermans belangen worden ondergeschikt aan het eigenbelang. Bij de jagers en verzamelaars is dat ondenkbaar. Persoonlijk bezit speelt er sowieso geen rol en omdat ieder individu alles samen met de rest van de groep moet oplossen is egoïstische concurrentie met anderen nooit een goed idee. Dat komt altijd als een boemerang bij de egoïst terug in de vorm van afwijzing door de groep en zonder groep geen leven. Voor de landbouwer met geld loont eigendom juist wel en leidt het zelfs tot aanzien. Sociale beloning dus in plaats van afwijzing. Aristoteles zag dit al in zijn tijd, de vierde eeuw voor Christus. Hij zag de negatieve invloed van geld op het menselijk gedrag. Het leidde in zijn ogen tot hebzucht en benadeling van anderen. Dat vond hij maar niks. Wat je er ook van vindt, door landbouw en geld zijn we echt andere mensen geworden.

Biologie bij uitstek

Daarom is het zo belangrijk om economie te definiëren als het gedrag van mensen in hun omgang met geld en dat gedrag vervolgens heel nadrukkelijk te bezien in het licht van onze evolutionaire geschiedenis. Alleen dan kunnen we begrijpen hoe we zijn terecht gekomen in onze moderne tijd en waarom die tijd in elk denkbaar opzicht zo radicaal anders is dan alle tijdperken die er in de geschiedenis van het leven op aarde aan vooraf zijn gegaan. Dat is een heel belangrijk inzicht. Dat wordt nog versterkt als we dit plaatsen in het kader van de evolutietheorie en dan vooral het aangescherpte model dat ik liet zien in de blog “Darwins Natuurlijke Selectie preciezer ingevuld”. Meer daarover de volgende keer.

Reageren

Heb je vragen of opmerkingen? Stel ze via het contactformulier op de website. Elke vraag of opmerking is welkom en je krijgt altijd antwoord. Benieuwd naar andere blogs? Bekijk de blogpagina en lees ze allemaal. 

Bestel 400.000 GENERATIES eenvoudig via de knop hieronder. Voor slechts €17,50 heb je het de volgende dag in huis.

400.000 GENERATIES. Het verhaal van ons allemaal.