Dick Slagter heeft een heel eigen visie op de evolutie van de mens ontwikkeld, die hij in dit boek, zijn levenswerk, uitbouwt tot een alomvattend raamwerk. Met talloze referenties naar de wetenschappelijke literatuur beschrijft hij het proces dat begon toen 400.000 generaties terug, ongeveer 7 miljoen jaar geleden, in Afrika een nieuwe lijn van rechtop lopende aapmensachtige wezens begon rond te lopen. Maar anders dan de meeste evolutiebiologen ziet Slagter niet het rechtop lopen, maar de naaktheid van de mens als primaire oorzaak van de menswording. Een biologische kleinigheid, het verlies van lichaamsbeharing, zette een cascade aan effecten in werking: zuigelingen konden zich niet meer aan de vacht van moeder vastklampen, vader moest helpen en rechtop lopen werd voordelig. De sterke paarbinding tussen man en vrouw die kenmerkend is voor Homo sapiens en ons onderscheidt van de chimpansee, is in zijn visie helemaal aan het begin van de menselijke evolutie ontstaan. Slagters interpretatie is voor een deel strijdig met de verschillen in lichaamsgrootte tussen de mannelijk en vrouwelijke oude mensachtigen die blijken uit fossielen, maar het verhaal is wel intern consistent en onderhoudend verteld.
Emeritus hoogleraar biologie Nico van Straalen voor NewScientist.