Recensie door paleontoloog Nike Liscaljet in het blad Cranium

Over de menselijke evolutie zijn al duizenden artikelen en boeken geschreven, en er komen nog steeds nieuwe bij. Elke publicatie roept nieuwe vragen op en draagt bij aan het oerwoud van elkaar aanvullende en met elkaar contrasterende feiten en theoriën. Zo niet 400.000 generaties, dat de feiten als basis gebruikt om in een uniek, verbindend en wetenschappelijk verantwoord verhaal de menselijke evolutie op te helderen.

Twaalf jaar lang volgde auteur Dick Slagter een nog niet eerder ontdekt spoor binnen de menselijke evolutie. Het nam bezit van hem, liet hem door honderden artikelen en boeken gaan, en leidde hem er uiteindelijk toe zijn eigen On the origin of species te schrijven. Sinds Charles Darwin is er inmiddels ruim 150 jaar verstreken en al die tijd hebben tal van wetenschappers uit de gehele wereld getracht het verhaal van onze evolutie te reconstrueren. Dat heeft een schat aan belangwekkende feiten opgeleverd op de meest uiteenlopende terreinen. Maar losse weetjes vertellen geen verhaal. Om onze evolutie begrijpelijk te reconstrueren moeten al die feiten betekenisvol met elkaar worden verbonden. In vijf hoofdstukken (met paragrafen, tussenkopjes en conclusies) verdeeld over drie delen (Evolutie en biologie, Evolutie van eigenschappen, Evolutie van de soort) wordt de gehele menselijke evolutie, beginnend bij het ontstaan van het leven op aarde tot aan het Holoceen, doorlopen.

De mens in dit boek is een biologisch verschijnsel, onderdeel van de hele (zoog)dierenwereld. Vanuit dit perspectief wordt in eerste instantie niet alleen het begin van de menselijke evolutie, maar van het hele dierenrijk onder de loep genomen. Dit is een verfrissend oogpunt tussen dat van populair wetenschappelijke boeken, zoals bijvoorbeeld het recent verschenen Hoe we mensen werden van paleontoloog Madelaine Böhme. Zij komt ook met een nieuwe kijk op de evolutie en zoekt naar “alles wat ons mens maakt”, maar de ondertoon blijft dat mensen zichzelf verheven voelen boven de rest van de zoogdierwereld.

De mens evolueerde uit een dier dat als twee druppels water leek op de chimpansee. De chimpansee is sindsdien min of meer zichzelf gebleven, maar wij niet. Wij verloren onze vacht, gingen rechtop lopen, werden monogaam, gingen praten en kregen grote hersenen. We lijken nauwelijks meer op de aap die we ooit waren. Slagter voert in de paragrafen over de chimpansee en de mens hetzelfde onderzoek uit naar hun evolutionaire intelligentie, met twee extra vragen bij de mens: “Is er wetenschappelijke consensus over de ouderdom van eigenschappen?” en “Is er een goede wetenschappelijke verklaring voor de evolutie ervan?” De opmerkelijke, afwijkende evolutie van de mens ten opzichte van de chimpansee (verlies van de vacht, rechtop lopen, uitbreiding van de voeding en daarmee gepaard gaande lichamelijke aanpassingen, monogamie en de daarmee veranderende groepsdynamiek in de samenleving, en de ontwikkeling van taal en grote hersenen) leidt naar één groot vraagteken. Om dat op te lossen neemt het tweede deel de lezer mee terug naar de soortvorming vanaf zeven miljoen jaar geleden, naar Sahelanthropus tchadensis.

Nieuwe aanknopingspunten bepalen welke eigenschappen zich gedurende de evolutie hebben kunnen ontwikkelen. Voor de ontwikkeling van ons groot denkraam, de hersenen, gaan we zelfs terug naar de worm (hoofdstuk 1) en stappen met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis. De oorzaak wordt gevonden in onze taal. Na dit biologisch aspect gaat Slagter in het derde deel wederom zeven miljoen jaar terug in de tijd om de soortvorming in het licht van de geografie te onderzoeken.

Direct vanaf de aantrekkelijke proloog verhaalt 400.000 generaties in heldere en pakkende taal over de precieze aard van onze wortels en onze diepste drijfveren. Basisbegrippen zoals evolutie, soortvorming en intelligentie worden opnieuw uitgelegd en geïllustreerd met voorbeelden, waarbij telkens wordt teruggegrepen naar de oorsprong van het begrip (bijvoorbeeld uit de biologie) en een nieuwe, scherpere definitie wordt gegeven, passend bij wat Slagter evolutionair wil uitleggen. Achterin komt alles samen in een woordenlijst. Bij twee elkaar aanvullende of met elkaar contrasterende begrippen worden deze vergeleken en eventuele verschillen of hun verband uitgelegd.

Misschien had het verhaal wat korter gekund als er minder herhaald werd, anderzijds maakt dit het ook makkelijker om het boek in etappes te lezen. En de enkele poëtische pareltjes tussendoor, zoals “Selectie is de uiteindelijke vormgever van het leven” en “Toevallig gedrag was de beitel die het beeldhouwwerk van de mens heeft gevormd. De omgeving was slechts het schuurpapier,” maken van het geheel een lekkere mix.

De enige afbeelding in het boek staat op pagina 482 en toont een cladogram van de menselijke evolutie, niet als dichte struik, maar eerder een palmboom, één lijn van dezelfde soort. Concluderend zijn er slechts twee splitsingen vast te stellen: zeven miljoen jaar geleden die van de naakte mens naast de chimpansee, en drie miljoen jaar geleden het onderscheid tussen de mens mèt en die zonder taal. Uit taal vloeide een hogere intelligentie voort en daarmee technische ontwikkeling, die ervoor zorgde dat de mens in extremere omstandigheden en habitats kon overleven en zo de hele wereld kon bevolken. De takken van het cladogram zijn vervallen tot niet meer dan deelpopulaties en individuen van Homo sapiens.

De mensheid wordt momenteel geplaatst voor uitdagingen en problemen die groter en complexer zijn dan onze voorouders ooit hadden kunnen dromen. De omgang daarmee vraagt om inzicht in wat bepalend is geweest in onze eigen ontwikkeling. Voor al wie geïnteresseerd is in deze geschiedenis, de biologische ontwikkeling van de mens en onze evolutionaire plaats in het (zoog)dierenrijk is dit toegankelijke boek zeker een aanrader. Voor meer informatie kun je terecht op de website www.onzeevolutieverklaard.nl.

Uitgever: Percipe et move
Taal: Nederlands
ISBN: 978-9090332727
Paperback, 528 pagina’s