Snelle evolutie

In het NRC van zaterdag 10 september 2022 stond een heel interessant artikel over evolutie. Dat zie je niet zo vaak en daarom haak ik er graag op in. Wil je het artikel zelf lezen? Klik dan op: https://www.nrc.nl/nieuws/2022/09/09/snelle-evolutie-kan-grote-veranderingen-in-de-omgeving-bijbenen-a4141068. De bekende evolutiebioloog Menno Schilthuizen vertelt daarin over het feit dat evolutie soms nogal snel kan verlopen. Intuïtief lijken de begrippen “snel” en “evolutie” in het geheel niet bij elkaar te passen. Dat de schijn hier toch echt bedriegt laat hij overtuigend zien.

Een paar voorbeelden

Zo is er studie gedaan naar zwaluwen die langs de snelweg naar voedsel zoeken. Binnen 30 jaar (!) kreeg deze populatie korte vleugels waarmee ze beter wendbaar waren. Vissen in Amerikaanse havens bleken in niet meer dan enkele tientallen generaties aanpassingen te verwerven die ze in staat stelden beter tegen de plaatselijke nogal hoge concentraties Pcb’s in het water te kunnen. Maar het kan nog korter, zoals Caribische hagedissen ons laten zien. Deze dieren kregen binnen twee jaar bredere tenen en langere poten zodat ze de orkanen die het gebied in toenemende mate teisteren beter kunnen weerstaan. Razendsnel.

Wetenschappelijke zekerheid

Dat is allemaal leuk en wel maar, zo stelt de schrijver, wetenschappelijk is meer nodig. Om wetenschappelijk echt overtuigend te kunnen zijn moet niet alleen de selectiedruk worden geïdentificeerd, zoals veel Pcb’s in het water of een plotselinge toename van orkanen, maar ook de genen die voor de geëvolueerde eigenschappen coderen en de toename van diezelfde genen in populaties waarin de eigenschappen zijn veranderd. Een veldstudie aan Noord-Amerikaanse hertmuizen (foto linksboven) voorziet overtuigend in die behoefte. Er kon niet alleen worden aangetoond dat populaties die leefden op een lichte ondergrond heel snel een lichtere vachtkleur kregen doordat vooral uilen de donkere exemplaren wegvingen (de selectiedruk), maar ook om welke genen het ging en dat die specifieke genen na de evolutie van een lichte vacht overheersten in het genenreservoir van deze populatie. Hoeveel bewijs van evolutie wil je hebben? Dergelijke studies zijn ook verricht aan gele bavianen in Kenia (foto rechtsboven) en aan koolmezen op onze eigen Veluwe (foto linksonder).

De mens

En nu wordt het leuk, want iets dergelijks heeft zich met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ook bij onze eigen soort, Homo sapiens, voorgedaan. Wat is het geval?

In 400.000 GENERATIES maak ik aannemelijk dat ongeveer 7 miljoen jaar geleden in de toenmalige wouden van Noord-Afrika de vrouwelijke helft van onze stichterspopulatie haar vacht verloor als gevolg van seksuele selectie door haar mannelijke soortgenoten. Dit vachtverlies trok een hele rij evolutionaire dominostenen omver. Onze oudste voorouders werden eerst serieel seksueel monogaam, vervolgens verloor ook de man zijn vacht en tot slot belandde het rechtop lopen in de fase die het midden houdt tussen de knokkelloop van de chimpansee en het perfect rechtop lopen van de moderne mens. Tegelijkertijd evolueerden de verhulde vruchtbaarheid van de vrouw en de kleine testikels en grote penis van de man. De tekening rechtsonder geeft van dit alles een mooie impressie. Die is gemaakt door Pien Wolbers en siert het omslag van 400.000 GENERATIES zoals de oplettende lezertjes al wel gezien zullen hebben. Voor de precieze gang van zaken moet je dat boek beslist gaan lezen, maar ik wil hier wel graag kwijt dat voor deze reconstructie krachtige fossiele aanwijzingen zijn. Interessant in verband met het NRC-artikel is dat seksuele selectie heel snel kan verlopen, maar doordat de generatietijd van mensen veel langer is dan van zwaluwen en muizen is meer tijd nodig dan deze recente voorbeelden ons tonen. In ons geval was voor de evolutie van alle genoemde eigenschappen naar schatting niet meer dan 50.000 jaar genoeg. Nog altijd is dat zeer snel te noemen. Kortom, de in 400.000 GENERATIES gereconstrueerde gang van zaken is wel uniek in die zin dat nog niemand ooit iets dergelijks over de evolutie van de mens heeft geschreven, maar is toch ook weer heel gewoon als we het plaatsen in de brede biologische context waarin het natuurlijk thuishoort. Het is heel mooi om langs deze weg biologie met paleontologie te verbinden. Toch er is een voornaam verschil met de door Menno Schilthuizen aangehaalde voorbeelden.

Heden versus diep verleden

De voorbeelden die hij gebruikt zijn in het veld gevolgd en gemeten. De evolutie speelde zich als het ware in levenden lijve af pal voor het oog van de wetenschappers. Bij de mens was dat 7 miljoen jaar geleden vanzelfsprekend niet geval. Daar kan niemand ooit iets aan veranderen. Wat wel kan is nagaan welke genen precies verantwoordelijk zijn voor alle zojuist genoemde menselijke eigenschappen. De genen die voor al die eigenschappen coderen moeten zonder uitzondering rond 7 miljoen jaar geleden in zeer korte tijd zijn veranderd en dominant zijn geworden in onze populaties. Het zou me niets verbazen als we daar nog een paar goed dateerbare sporen van terug konden vinden.

Toekomstig onderzoek

Ik hoop dat 400.000 GENERATIES aanleiding mag geven ooit in die richting onderzoek te doen. Als dat met positief resultaat wordt gedaan, dan zou dat niets minder dan biologisch bewijs voor onze evolutionaire geschiedenis zijn. Mocht dat gebeuren dan is dat wereldnieuws. Dat u het vast weet.

Reageren

Heb je vragen of opmerkingen? Stel ze via het contactformulier op de website. Elke vraag of opmerking is welkom en je krijgt altijd antwoord. Benieuwd naar andere blogs? Bekijk de blogpagina en lees ze allemaal. 

Bestel 400.000 GENERATIES eenvoudig via de knop hieronder. Voor slechts €17,50 heb je het de volgende dag in huis.

400.000 GENERATIES. Het verhaal van ons allemaal.